Afslanken en de paradox van het zelfbeeld

Wie kiest voor een gezondere levensstijl, zoals afslanken, ontdekt al snel dat dit proces niet alleen het lichaam verandert, maar ook het zelfbeeld. Wat veel mensen echter niet beseffen, is dat juist die positieve verandering in zelfbeeld een van de grootste redenen kan zijn dat we, vaak onbewust, onze inspanningen staken.

Na weken van gezond eten en bewegen verandert er iets in de spiegel. Plotseling verschijnt er een beeld waar we meer tevreden over zijn, en we beginnen onszelf op een nieuwe manier te waarderen. Maar hier ontstaat een interne spanning die niet zichtbaar is, maar zich afspeelt in ons brein: dit nieuwe, tevreden zelfbeeld botst namelijk met het oude zelfbeeld dat diep is verankerd in ons brein en jarenlang is gevoed door zelfkritische overtuigingen. Op dit punt wordt cognitieve dissonantie actief.

Cognitieve dissonantie is het ongemakkelijke gevoel dat ontstaat wanneer tegenstrijdige zelfbeelden of overtuigingen in ons brein botsen. Deze spanning voelt ongemakkelijk en wordt door het beschermende deel van ons brein – waaronder de amygdala – vaak waargenomen als een dreiging. Als reactie hierop schakelt ons brein automatisch het vecht- of vluchtsysteem in om het vertrouwde, oude zelfbeeld te beschermen. Dit systeem zal ons vervolgens, zonder dat we ons daarvan bewust zijn, aansturen om terug te vallen in oude, bekende eetgewoontes en gedachten zoals "Ik houd dit toch niet vol" of "Eén keer mag ik wel iets ongezonds." Het brein doet dit zolang het de nieuwe situatie als "onveilig" of bedreigend aanvoelt, en pas wanneer het vertrouwde zelfbeeld hersteld is, wordt de spanning geneutraliseerd.

 

Al deze processen gebeuren autonoom en grotendeels onbewust. Ons brein is gericht op veiligheid en het minimaliseren van spanning, zelfs als dit betekent dat het teruggrijpt naar oude patronen die we eigenlijk willen doorbreken. Zonder inzicht in de werking van cognitieve dissonantie kan deze dynamiek sterk blijven: we voelen ons onzeker, twijfelen aan ons vermogen om vol te houden, en wijten het afglijden vaak onterecht aan een gebrek aan wilskracht.

Toch kunnen ons brein dat autonoom werkt, beïnvloeden. We kunnen het overtuigen dat dit nieuwe, betere zelfbeeld waar we naar streven juist veilig is. Door onszelf regelmatig gerust te stellen en door positieve ervaringen te blijven herhalen, kunnen we het beschermende systeem van ons brein laten wennen aan de verandering. Langzaam maar zeker kan ons brein zo het nieuwe zelfbeeld gaan accepteren als een nieuwe, veilige realiteit. Door te begrijpen hoe ons brein werkt en bewust te kiezen voor positieve bekrachtiging, wordt het mogelijk om dit patroon te doorbreken. Wanneer we weten dat deze spanning er is om ons oude zelfbeeld te beschermen en dat het brein aanvankelijk weerstand biedt aan verandering, kunnen we met bewuste keuzes stap voor stap een sterker, gezonder en duurzamer zelfbeeld opbouwen.

Afslanken zonder wilskracht: Het brein als bondgenoot

Met inzicht in hoe ons brein werkt, verandert de manier waarop we naar wilskracht kijken fundamenteel. 

Wanneer we begrijpen dat ons brein oude, vertrouwde patronen beschermt en dat de botsing tussen ons oude en nieuwe zelfbeeld spanning oproept, kunnen we die spanning doelgericht verzachten. Dit betekent dat de echte discipline verschuift van ‘diëten’ naar het doorzien en beïnvloeden van de automatische processen in ons brein. Zo wordt afslanken niet een strijd tegen onszelf, maar een samenwerking met onze hersenen, waardoor gezond gedrag uiteindelijk moeiteloos volgt.

Deze verschuiving maakt het proces van afslanken duurzaam: het wordt minder een kwestie van wilskracht en meer een kwestie van onze neurale wegen in lijn brengen met ons gewenste zelfbeeld. Het resultaat is dat gezond eten en bewegen – ooit misschien volhoudtaken – een natuurlijk verlengstuk worden van een zelfbeeld dat we hebben geleerd te omarmen. Zo wordt de weg naar een gezond leven vrijgemaakt, niet door geforceerde discipline, maar door het stap voor stap afstemmen van ons brein op onze doelen.