Terug naar liefde zonder voorwaarden

Terugkeren naar onvoorwaardelijke liefde

Bij onze geboorte verlieten we een thuis van onvoorwaardelijke liefde voor een leven van voorwaardelijke liefde. En al snel leerden we dat deze wereld anders werkt. We werden geconfronteerd met voorwaarden: goedkeuring als we "goed" waren, afwijzing als we "fout" waren. Ons brein, ontworpen voor overleving, paste zich aan. Het leerde ons dat liefde iets is wat je moet verdienen, bevechten, kunt kwijtspelen, waar je tegen kunt zondigen en dat liefdeloosheid echt bestaat en dat we er voor veroordeeld kunnen worden.

Maar als liefde voorwaardelijk is, is ze dan nog liefde? Voorwaardelijke liefde is geen echte liefde - het is een transactie. En diep van binnen voelen we die leugen. Dit veroorzaakt een spanning, een cognitieve dissonantie tussen onze ware aard en wat we denken te moeten geloven.

Om die spanning niet te voelen, hebben we geleerd onvoorwaardelijke liefde uit ons bewustzijn te houden. Ons brein heeft deze taak overgenomen en beschermt ons tegen het ervaren van liefde in haar puurste vorm. Hoe? Door onszelf en anderen af te keuren wanneer we niet voldoen aan de aangeleerde voorwaarden en die afkeuring te rechtvaardigen.

Maar wat als ons brein niet langer meent ons te moeten beschermen tegen iets wat nooit een gevaar was? Wat als ons brein ons niet langer verhindert de ware aard van liefde terug te ervaren? Wat als ons brein ons niet langer belet weg te komen uit een leven in voorwaardelijke liefde, foutieve zelfbeelden en strenge onbewuste innerlijke dialogen?

We kunnen ons beschermende brein opnieuw laten wennen aan onvoorwaardelijke liefde. Metta-meditatie, waarin we liefdevolle, vriendelijke gedachten cultiveren, helpt ons om deze diepere waarheid te herinneren. Totale acceptatie, van onszelf en van anderen, doorbreekt de conditionering die onze onnodige (zelf)afkeuring in stand houdt en gidst ons naar innerlijke vrede, vrijheid en gelukzaligheid.

Compassie brengt ons het dichtst bij de pure aard van liefde: een liefde die nooit verdiend hoeft te worden en die we nooit kunnen verliezen.

Liefde vraagt niet om voortdurende zelfverbetering, maar om het opgeven van het idee dat die verbetering nodig is.

Verlichting en genade komen niet door eindeloze zelfverbetering, maar door het loslaten van de illusie dat we niet al geliefd en compleet zijn.

Onvoorwaardelijke liefde kan je niet kwijtspelen of verdienen, het zit in je DNA.

Wanneer we dit opnieuw leren, laat ons brein zijn oude bescherming los. Niet omdat we het dwingen, maar omdat het eindelijk begrijpt: we waren altijd al veilig in liefde.